Als je een houtschroef wilt opmeten, moet je weten dat eerst de dikte of schroefdiameter wordt opgegeven en daarna de lengte van de schroef.
Voorbeeld:
5 x 50 (houtschroef)
De diameter is 5 mm en de lengte is 50 mm
De beste manier om een houtschroef precies te meten is met een schuifmaat. We leggen je hier graag in twee eenvoudige stappen uit hoe je een houtschroef correct meet.
Om de diameter van een houtschroef correct te meten, moet je ervoor zorgen dat je op de schroefdraad meet en de schuifmaat niet per ongeluk tussen de schroefdraad van de houtschroef plaatst. Als je de schroef kruislings in de schuifmaat steekt, is de kans op een meetfout erg groot, omdat de kaken van de schuifmaat tussen de schroefdraad kunnen glijden. De schroef moet daarom in de lengterichting van de poten van de schuifmaat worden gestoken. De diameter van een schroef wordt altijd op de schroefdraad gemeten.
Om de lengte van een houtschroef correct te meten, moet je weten dat het deel van de schroef dat in het materiaal kan worden geschroefd, wordt gespecificeerd als de schroeflengte. Voor houtschroeven met een panhead wordt bijvoorbeeld alleen de schroefdraadlengte gemeten, d.w.z. van de onderkant van de schroefkop tot de punt van de schroef. Dit wordt het best gemeten met de dieptemeter op de schuifmaat. Alleen het deel dat in het materiaal dringt, wordt gemeten!
Maar wees voorzichtig! Houtschroeven met verzonken kop zijn hier een uitzondering; de kop van de schroef wordt ook gemeten, omdat die volledig in het materiaal verdwijnt wanneer hij wordt ingedraaid. Bij schroeven met verzonken kop kun je de hele schroef tussen de twee bekken klemmen en de schroeflengte meten, zie afbeelding links.
Een houtschroef correct meten met een schuifmaat is niet moeilijk en nu weet je hoe het moet!